De narwal wordt ook wel de eenhoorn van de zee: genoemd. De narwal is de meest noordelijk voorkomende walvisachtige. Opvallend is de hoorn. En eigenlijk is dit geen hoorn, maar een lange vooruitstekende tand die vooral bij mannelijke dieren voorkomt.
En die tand heeft een functie. Ze gebruiken die namelijk om op vissen te jagen. Bijzonder is dat onlangs voor het eerst camerabeelden zijn gemaakt van een jagende narwal.
Narwal: mysterieuze eenhoorn
Over de narwal is maar weinig bekend en over de functie van de tand tastte men sinds kort in het duister. Zo werd aangenomen dat de tand te maken had met dominantie en gebruikt werd om mee te vechten. Nu weten we meer. In de lange tand, die soms wel 3,5 meter lang kan worden, zitten miljoenen zenuwuiteinden die onder meer waterdruk en zoutgehalte kunnen meten. De tand is eigenlijk een soort antenne die informatie verstrekt in het donkere water. Narwalvissen kunnen tot wel 1500 meter diepte duiken op zoek naar voedsel: de heilbot. Op die diepte is het aardedonker en de dieren gebruiken dan de tand om zich te oriënteren.
Camarabeelden
Voor het eerst zijn er camerabeelden van narwals waarop te zien is dat ze hun lange tand gebruiken om op vissen te jagen. Ze doen dit door de tand snel heen en weer bewegen waardoor de vis waarschijnlijk gedesoriënteerd raakt. Dat is het moment waarop de narwal de vis eenvoudig kan opeten. Bekijk de beelden hieronder.
Bron: WNF